Vliegen was aan het begin van het vorige eeuw een spectaculaire, nieuwe technologie die zich nog moest bewijzen. Regelmatig werden proefvluchten vanuit Nederland naar nieuwe bestemmingen gehouden. Een eerste, succesvolle vlucht naar een nieuwe bestemming was een ‘recordvlucht’. Voor deze unieke vluchten werden vaak speciale luchtpostzegels ontworpen.
In
1933 werd een postzegel voor de recordvluchten naar Nederlands-Indië uitgegeven, de ’Postjager’ en ‘Zilvermeeuw’. Ontwerper Aart van Dobbenburgh had samen met de PTT iets nieuws bedacht: een driehoekige vorm. Nog nooit eerder was in het toenmalig West-Europa een driehoekige zegel verschenen. Reden voor die beslissing was dat de luchtpostzegel door postambtenaren snel van gewone, rechthoekige frankeerzegels te onderscheiden moest zijn.
Ook piloten die naar nieuwe bestemmingen vlogen kregen veel aandacht. Op de luchtpostzegels van
1928 staan de pioniers van de luchtpostverbinding naar Nederlands-Indië afgebeeld: A.N.J. Thomassen a Thuessink van der Hoop, die in 1924 als eerste een postvlucht naar Nederlands-Indië bestuurde en G.A. Koppen, die bekend werd door een postvlucht naar Nederlands-Indië en terug in 1927.