Geboren in Vlissingen op 24 maart 1607 als Michiel Adriaenszoon, wordt hij bekend als Michiel de Ruyter. Het verhaal gaat dat hij deze naam koos om zijn oom te eren die hem onder zijn hoede neemt als hij 15 jaar oud is. Deze oom is ruiter in het leger van prins Maurits. Maar het kan ook zijn dat anderen hem die naam hebben gegeven. Het zou ook kunnen slaan op de kaapvaart, waar ruiten staat voor roven. Pas in 1637 ondertekent hij zelf met de naam De Ruyter.
In 1676 kwam hij om in een gevecht tegen de Fransen bij Syracuse. In de Amsterdamse Nieuwe Kerk kreeg hij een marmeren graf op de plek van het voormalige altaar.