De dienst moest wegens bezuinigingen in 1924 worden gereorganiseerd. De naam van de afdeling werd gewijzigd in ‘Afdeling Controle Postwaarden’ voortvloeiend uit een reorganisatie van de Hoofddirectie Posterijen.
Aangezien de kosten van de Controle door de jaren heen gestaagwaren toegenomen, begon men de noodzaak te voelen om het hele controleapparaat eens goed onder de loep te nemen. Deze behoefte werd extra gevoed door een bewering begin 1923 van de toenmalige directeur van ’s Rijksmunt, de heer dr. C. Hoitsema, dat hij de hele controle er in Utrecht wel “even” bij kon doen en daarmee tot aanzienlijke kostenbesparingen zou kunnen komen. Hiervoor werd een commissie ingesteld onder leiding van J.W. Lucas , chef van de Centrale Accountantsdienst bij het Departement van Financiën. De Commissie Lucas oordeelde al snel dat Hoitsema er een veel te lichtvaardige voorstelling van zaken van de inhoud van de controlewerkzaamheden op nahield en dat overheveling van controlewerk naar de Rijksmunt geen reële optie was. In financieel opzicht viel er dan ook niets te verdienen met een overheveling van de controlewerkzaamheden naar de Rijksmunt.
Tot aan 1922/23 bestond er geen goed vastgelegde overeenkomst tussen Enschedé en zijn klanten voor wat betreft de kosten van de Controle. Voor zover er overeenkomsten waren, werden die voor onbepaalde tijd aangegaan en werden de in rekening gebrachte prijzen jaar in jaar uit gehandhaafd op hetzelfde niveau. Voor kleine extra’s die de klant soms aan de drukker vroeg, werd niets extra’s in rekening gebracht. Men beschouwde dat als service. De economische gevolgen van de Eerste Wereldoorlog met zijn sterk gestegen arbeids- en grondstoffenprijzen dreven Enschedé in financieel opzicht echter steeds verder in het nauw en maakten aan deze ‘laissez-faire’-politiek een einde. Enschedé bedong inmiddels voortdurend hogere prijzen voor zijn dienstverlening. In eerste instantie werd met een toeslag op de bestaande prijzen gewerkt, maar toen uit nader onderzoek bleek dat de administratie van de drukker tal van leemten bevatte, werd besloten de gehele Controle te reorganiseren. Het was inmiddels wel duidelijk dat de wat losse omgang tussen drukker en Controle niet strookten met het zuinige beleid dat inmiddels door het Hoofdbestuur der Posterijen in Den Haag werd voorgestaan.